OORLOG OF VREDE !
WAT LIGT AAN OORLOG TEN GRONDSLAG, ALS EEN OORLOGSDREIGING WORD OMGEZET IN GRENSOVERSCHREIDEND OORLOGSGEWELD?
MISDADEN TEGEN DE MENSELIJKHEID – EN WAT ONS TE DOEN STAAT.
Democratie in conflict met de moderne wereld.
Er verandert dus niks betreffende oorlogsgeweld en misdaden tegen de menselijkheid. Als een staatshoofd besluit zijn buurland aan te vallen, dan is er geen enkele organisatie of land, die dat kan voorkomen of tot ophouden te dwingen, behalve dan met oorlogsgeweld, dat door gaat tot alles vernietigd is. Dit is geen best toekomscenario!
Ons gevecht tegen oorlogsgeweld en misdaden tegen de menselijkheid, moet op ‘burgerlijk bestaansniveau’ gevoerd worden. Dat is vanuit ‘nu’, toekomstig denken.
Wij zijn mens in ‘gelijkheid’ ten overstaan van de ‘wereldorde’.
We worden door groei en wereldeconomieën samengedrongen tot samenlevingen waarin mensen de weg kwijtraken. En helaas ‘politieke intenties’ drijven ons uit elkaar, want er dreigt dat we elkaar politiek meedogenloos willen uitrangeren, in intentie loze competitiedrang, dat op wereldschaal grenzeloos tot moorddadige rechtvaardigheid drijft.
Democratieën.
Het is niet door de democratie dat het resultaat van een verkiezingsronde zo gewelddadig uit de hand kan lopen, maar meer nog doordat een bestuursorganisatie kiest voor oorlog omdat zij zich gesteund weten door dat kiezersmandaat. 'Zij', de kiezers geven de doorslag, dat maakt dat zij het in de praktijk, ‘zij’ de keuzes maken (het volk). Dat lijkt mij een reële voorstelling van zaken, hoe het in de praktijk zo gewelddadig mis kan gaan, door parlementaire bestuursvormen.
Oorlogen ‘moeten’ in de toekomst te voorkomen zijn.
Oorlogen kunnen voorkomen worden. Dat kan, als mensen er op tijd aan beginnen, voordat het te laat is. Als partijen met elkaar in oorlog zijn, dan stopt het niet ‘met stop de oorlog’ roepen. Als je op de straten ‘stop de oorlog’ moet roepen, dan ben je te laat.
Wapens de wereld uit roepen, zal ook niet helpen!
Het ‘hoofddoel’ moet worden dan alle wapens en het militarisme aan de kant komen te staan. Dat zij werkloos moeten toezien hoe het de wereld toegaat zonder machtsposities, dat grenzen alleen nog maar een formaliteit zijn. Dat zij de eigenheid van trotse deelgebieden zijn, en zij er voor kiezen in broederschap met elkaar te willen samenleven. Een ‘wereldwijde beweging’ die bestaat uit massa’s mensen die van goede wille zijn, en dit naar elkaar toe gaan uitspreken in aanvaardbare mondelinge gesprekken. Over grensoverschrijdende ideeën om de ongelijke machtsverhoudingen en de hemeltergende armoede te bestrijden. Over arme landen waar veel militaire strijd uit voortkomt. Dat zij dit gaan doen vanuit de basis van ieders persoonlijkheid.
Wat kunnen mensen (‘t volk) doen?
Politieke mondigheid naar elkaar omzetten, tot een gelijkwaardige wil naar ‘vredelievendheid’.
Dat zou kunnen beginnen door vriendschapsverbanden die grenzen overschrijden. Politieke bestuurbaarheid wordt gedragen door mensen (politica) die uit het volk zijn gekozen, om voor hun belangen uit te komen. Vredelievendheid kan een belangrijk belang zijn dat alle mensen aangaat. Die ‘wereldwijde beweging’ waar het hier omgaat die kan gedragen en gevoed worden door ‘alle’ mensen van een volk, ongeacht hun te onderscheiden belangen en hun politieke voorkeuren. Als een ‘wereldwijde’ beweging van mensen die het belang van een ‘wereldwijde’ drang naar een ‘grenzeloze universele vredesgedachtegoed’ zouden kunnen onderschrijven, zou het idee van ’dat het militarisme’ aan de kant moet gaan staan toekijken. Hoe het idee van oorlog voeren, onder hun voeten wordt weggehaald.
De kracht van militaire macht, ongedaan maken door er voor te zorgen dat een leger niet meer nodig is. Dat is de enige kans om een toekomstige vernietiging van de aarde te voorkomen, daar zullen ‘wij’ ‘nu’ aan moeten beginnen.
De ‘kracht’ van wereldwijde vrede zit hem dan niet in een wederzijdse gelijkwaardige power aan militaire macht, maar die kracht of macht zit hem dan in de ‘wil’ van de te onderscheiden volkeren. Die een ‘wil’ tot vrede, als een ‘eenheidsgedachte’ in positieve denkkracht, uit blijven spreken en uitdragen. Dat ‘universeel’ op alle gebieden werkzaam kan gaan worden.
Wereldorde.
Natuurlijk is het ook onvermijdelijk dat de ’wereldorde’ moet worden hervormd. Dat in duurzame internationale betrekkingen, ten bate van de 30 armste landen ter wereld, betreffende arm en rijk, er een politiek, economisch evenwicht gaat ontstaan. Zoals de Club van Rome een organisatie was van onderzoekers en zakenmensen, die in april 1968 in Rome samenkwamen uit bezorgdheid over de 'kritieke situatie van de mensheid'. In mijn verhaal wordt er niet gepleit voor dergelijke organisaties, want die zijn er al. De werkzaamheid van die organisaties hangt namelijk af van de politieke mondigheid van ‘stemgerechtigde kiezers’ in hun land, of zij bereid zijn te kiezen voor een klimaat van bereidwilligheid ten bate van een ‘wereldorde’ die toekomstwaardig is.
Nijmegen
La Lucas